Een schip hou je drijvend door onderhoud. Dat kun je ook over een stad zeggen.
Herstelde en geverfde deuren laten zien dat je met beperkte middelen een heel eind komt. Hetzelfde geldt voor kleding en welk gebruiksvoorwerp dan ook. Repareren is altijd een optie. En wat is daar mis mee? Is iets dat gerepareerd is lelijker? Niet als het vakkundig en met liefde is gedaan.
Verzorgd en fraai in plaats van nieuw en strak. Werken met wat je hebt in p[laats van steeds nieuw en herinrichten. De charme en esthetiek van reparatie en hergebruik maakt de geschiedenis zichtbaar versus nieuw glimmend elan hetgeen het ‘oude’ vervangt. Nieuwe spullen, nieuwe gebouwen suggereren een nieuwe toekomst; een schone toekomst zelfs. Maar ook nieuwe spullen en gebouwen verouderen en worden vies. Er wordt niet goed nagedacht over de esthetiek van verouderen. Wat strak en nieuw is heeft maar een vlekje nodig om te bezoedelen.
Nieuw en strak mist de esthetiek en romantiek van eeuwenoude dorpen door de jaren verweerd en gegroeid waar de geschiedenis iedere dag zichtbaar is.
Al het authentieke is inmiddels vermengd met glanzende gebouwen, flats en winkels, tussen het oude gepropt, er aangeplakt en omheen gebouwd. De nieuwe glanzende kathedralen (datacentra en distributiecentra) in het eeuwenoude vervlochten landschap dat al grondig verwoest is door de efficiënte ruilverkaveling in de zestiger jaren.
In Rotterdam heeft het bombardement een deel van de zichtbare geschiedenis weggevaagd en een nieuwe gemaakt. Puin is geruimd, singels gedempt en er zijn glanzende gebouwen en brede straten voor in de plaats gekomen. Is het een litteken? Het heeft ons een andere stad gegeven. Weg met de oude meuk geeft ruimte voor iets nieuws.
De moderne architectuur van het winkelcentrum en verblijfsruimte in de binnenstad lijkt inmiddels op vele andere binnensteden. De Lijnbaan, ooit een voorbeeld is nu een winkelpassage als zovelen. Door heel Nederland zijn winkelstraten en boulevards die nu langzaam wegkwijnen door het digitale handelsloket.
Door de radicale stadsvernieuwing herken je wijken vaak niet meer terug. Bijvoorbeeld Crooswijk nu en zo'n twintig jaar geleden. Ambachtelijk metselwerk is veel te duur en onhandig geworden. Toch gebruiken we gevels met stenen en metselwerk. We imiteren het vroegere handwerk met serie geproduceerde wandplaten.
Dit alles maakt onze gebouwde omgeving kunstmatig en onaanraakbaar. Alles wordt schoon gemaakt met machines. Zonder het te merken hebben we onszelf losgekoppeld van de gebouwen. Vroeger verzorgden en streelden we de gebouwen. Nu laten we dat aan anderen over. Nu strelen we nog slechts de spullen en elkaar. Of zelfs dat laten we door anderen doen. We hebben onszelf geatomiseerd en authenticiteit is een toeristische attractie geworden in plaats van een beleefde werkelijkheid van alledag. Kunstmatigheid is de norm geworden.
Hier ligt de kern van het huidige conflict in de stedenbouw. Grootschalig en efficiënt met een kunstmatige suggestie van authenticiteit, zoals de reclame de industrieworst als ambachtelijk verkoopt. Als ware het handwerk en met liefde bereidt. Wie gelooft dat nog?
De menselijke maat is in de huidige praktijk verdrukt juist door de grootschalige gestandaardiseerde aanpak die ook nog eens efficiënt en goedkoop dient te worden uitgevoerd. Het verzorgen van de buitenruimte zoals je deuren kunt herstellen is lastig want alles is zowat modulair en moet besteld worden. De buitenruimte is onaanraakbaar geworden en wordt schoongemaakt alsof het een dierenverblijf is in Blijdorp met hoge druk spuiten, bladblazers en kokend water.
De stadsnatuur is echter nog steeds aanraakbaar en hier kunnen we door ander onderhoud prachtige ‘Franse deuren’ maken in de vorm van ecologisch en sociaal beheren. Ecologische en sociale systemen hoeven immers niet vernieuwd te worden. Ze groeien in complexiteit en biodiversiteit door goed beheer. Dagelijks onderhoud zogezegd, liefdevol en vakkundig. Het wordt simpelweg steeds mooier.
Een stadsnatuur die ‘fraai en verzorgd’ is kan niet ‘mooi en nieuw’ zijn. Er bestaat zelfs geen mooie nieuwe stadsnatuur. Nieuw ingerichte borders zijn niets anders dan verwoestingen van stadsnatuur die trachtten hun natuurlijke vorm te hervinden hetgeen we door voortdurend schoffelen verhinderen. Slechts dode dingen kunnen mooi en nieuw zijn en dat verslijt door aantasting van de levende natuur. Nieuwigheid verdwijnt altijd. Dus waarom vernieuwen als we het over stadsnatuur en sociale interactie hebben. Het vormt de basis van onze sociale analoge wereld en zonder deze basis worden we meer en meer consumptie apparaten in plaats van mensen.