Het gezonde alternatief voor hetzelfde geld en met enorme impact

Rini Biemans

08 september 2025

Blog (persoonlijk verslag)

Zolang er geen alternatief is kan de cynische bureaucratie doen wat ze wil. ‘We werken keihard en meer kunnen we niet doen.’ Je hoort het politici, mensen uit het bedrijfsleven en bestuurders zeggen, daaraan toevoegend. ‘We doen ons stinkende best.’ Mijn antwoord stop met je best doen en hard werken en zoek naar een alternatief waarbij je niet het snot voor de ogen moet werken. En waarbij de uitvoering niet opgezadeld wordt met jullie onzalige ideeën, die het er niet gezelliger op maken.

Het is trouwens nietszeggende prietpraat dat politici en bestuurders zo hard werken of dat ze zo hun best doen. Het barst immers van de mensen die hard werken en hun best doet. De wereld gaat aan vlijt ten onder. Dat zegt niets over de resultaten. Het is zelfs geen excuus. De vraag; ‘wat doe je dan de hele dag?’, is relevanter. Waarom heeft wat je doet zo weinig effect of impact om een hipper woord te gebruiken. Waarom maakt het geen verschil?

Een goed alternatief betekent het einde van al dat harde werken en het excuus dat de problemen de pan uitrijzen. Dat betekent immers dat het werken anders en slimmer kan. Een goed alternatief; eentje die de vastgeroeste bureaucratie ontlast en zelfs deels overbodig maakt (van digitaal op kantoor naar analoog in de wijk). Een alternatief ook die de uitvoering bevrijdt van de bureaucratische last en vakkundiger en autonomer maakt. Waarom wil men dat niet? Men moet dan logischerwijs de schuld geven aan het stupide domme werken en kan niet meer wijzen naar de grote problemen die blijkbaar op een alternatieve manier makkelijk zijn op te lossen.

We hebben tegenwoordig impactmakers. Heb eigenlijk geen duidelijk idee wat ze doen. Zie het woord steeds vaker langskomen.

Dus even opgezocht:

‘Impactmakers bij de gemeente Rotterdam zijn mensen die zich actief inzetten voor een positieve verandering in de stad. Dit kan op verschillende manieren, zoals het opzetten van projecten, het organiseren van evenementen, of het stimuleren van initiatieven die bijdragen aan een betere leefomgeving of meer kansengelijkheid. De gemeente Rotterdam erkent en waardeert deze inzet en stimuleert dit door hen zichtbaarheid te geven en hen te ondersteunen waar mogelijk.’

Zo gedefinieerd ben ik ook impactmaker en de gemeente zou me dus moeten erkennen en waarderen. Wat zijn positieve veranderingen? Ons alternatief keuze C te weten een liefdevolle schone kindvriendelijke buitenruimte is blijkbaar een stap te ver want dan moet er daadwerkelijk iets veranderen. En dan gaat de andere eerder beschreven dynamiek werken. Iets wezenlijks anders dat werkelijk impact kan maken. Dat is al te dol. Positieve impact is prima zolang de bureaucratische dieseltrein maar niet ontspoort. Impactmaker is een nieuwe naam voor subsidievreter en idealistische halfidioot die de gemeente op handen draagt omdat ze niet gevaarlijk zijn. We leven als impactmakers in een gesubsidieerde gedoogzone waar de inzet en positieve intenties verandering suggereren maar de kern van de zaak niet raken. Laat ze lekker positief sukkelen, het is goede pr en dan gaan wij door met het echte harde werk anders wordt het een zooitje’ Zou een ambtenaar of bestuurder dit gezegd kunnen hebben? Geen idee, maar waarom verzinnen ze dan steeds nieuwe namen en nieuwe regelingen is dat onderdeel van het harde werken en bouwen aan de toekomst van de stad. Impactmaker klinkt stoerder dan sociaal ondernemer. Het lijkt een beetje op een bokser. Ik zie het staan bij heel wat linkedin profielen, net als voorheen maker - makers van Rotterdam - impactmaker doet er een schepje bovenop. Wat zal de volgende term zijn? De positieve regelneef.

Ik hou het dus bij stadsdokter en keuzemogelijkheid C. Ik zal hier uitleggen hoe de methodiek van Stadsgeneeskunde in elkaar steekt en de enorme impact die het heeft op het gebied van volksgezondheid, biodiversiteit en sociale veiligheid. Naast het sturen op maximale impact hebben we goed nagedacht over financiering en implementatie. Immers hoe kom je van A naar  C zonder dat er veel hoeft te veranderen. We hebben een methodiek van de kleine stapjes zonder extra kosten. De eerste stapjes hebben we gemaakt in ons uitdaagtraject maar de volgende stapjes worden tot onze frustratie die ik breed heb uitgemeten geblokkeerd.

Het harde werken boven in het beleid is wezenlijk anders dan het harde werken beneden in de uitvoering. Wat ze boven verzinnen in hun harde werken moeten ze beneden doen. Waar het harde werken boven zinlozer wordt; de problemen worden immers niet opgelost maar erger, wordt het werk beneden ook zinlozer en zwaarder. Dan is er nog het groeiende personeelstekort. Hoe zit de methode van Stadsgeneeskunde in elkaar en hoe kan dit hier impact maken… duurzame impact.

Het schoonbudget in wijken is vele malen groter dan het groenbudget. Bijvoorbeeld in Park 1943 krijgen we 25.000 euro voor schoon (drie keer prikken per week) en 5000 euro voor groen. (schoffelen en snoeien) Dat schoffelen doen we dus niet en ik heb het nieuwe tuinieren kunnen ontwikkelen omdat de eerste jaren niemand kwam kijken en daarna konden ze niet anders concluderen dat het er fraai en verzorgd uitzag, waarbij een groenambtenaar verzuchtte eigenlijk moeten we dit leeghalen en opnieuw inplanten. Een en al onkruid.

Omdat we werken met vrijwilligers tegen een onkostenvergoeding van 2,50 euro per uur kunnen we vijf keer meer mensuren inzetten met als gevolg dat Park 1943 op afstand het schoonste park is van Rotterdam en qua biodiversiteit ook bij de top behoort. Het onkruid is namelijk de inheemse natuur die we niet wegschoffelen en hier bevinden zich de waardplanten van de ongewervelden. De kraamkamer van de natuur als je dit integreert met de tuinplanten tot een fraai geheel hoef je niet na te denken. De natuur doet het werk, de perken groeien naar een evenwicht en het gonst van de insecten.

Zo simpel is het. De vrijwilligers hoeven niets met natuur te hebben. Het schoonmaken, de extra beweging en het teamgevoel geven al een zeer positief gevoel. Het tuinieren wordt spelenderwijs geleerd. Iedereen houdt van bloemen en vlinders. De extra onkostenvergoeding is voor de meesten zeer welkom. Dit is dus het antwoord op de vraag hoe je mensen in achterstandswijken betrekt neem ze serieus en laat ze nuttig en gezond werk doen voor zichzelf en de wijk. Binnen hun mogelijkheden. Dit is eenvoudig wijkbreed uit te breiden als de gemeente meer budget beschikbaar stelt. Een ton (100.000) is voldoende en dit is een splinter van alle budgetten die worden uitgegeven aan schoon. Rotterdam besteed 525 miljoen aan het schoon en heel houden van de stad. Stel dat de stad 100.000 per wijk beschikbaar stelt betekent dit 71 wijken maal 100.000 euro  = 7,1 miljoen een schijntje en dan zijn alle wijken na drie jaar prikschoon (het kost tijd om mensen te mobiliseren) met fraai en biodivers groen. Laten we vooral beginnen met de slechtste wijken maar overal is behoefte aan gezelligheid. Dit betekent dat 71 maal 40  mensen participeren in het dagelijks onderhoud dat zijn er 2840 die gemiddeld zo’n 1000 euro per jaar opstrijken dat is 2.840.000 euro die weer terug de wijk ingaat. Als dat geen impact heeft dan weet ik het niet. Stadsbeheer die met personeelstekorten kan zich focussen op haar andere targets en zoal ik al zei met deze persoonlijke aanpak wordt minder gesloopt en voelen mensen zich veiliger.

Het wordt nog mooier want als je die 100.000 euro in een wijkfonds stort kan er cofinanciering georganiseerd worden. Schone groene wijken kennen 30% minder depressies, 15% minder overgewicht en het vastgoed is 10% meer waard. Dus zorgverzekeraars, wooncorporaties en projectontwikkelaars zijn vast gemotiveerd mee te betalen. De gemiddelde Nederlander kost zo’n 7000 per jaar aan zorg. In achterstandswijken is dit natuurlijk veel hoger. Stel een wijk met 10.000 bewoners en je zou slechts 2% besparen. Dat is 1,4 miljoen. Ik vermoed dat de besparing hoger is zeker als kinderen buiten gaan spelen.

Hoe krijg je de kinderen naar buiten?

Door andere parken te maken waar je kan ravotten door auto vrije zones rond scholen te maken en hier komt stadsontwikkeling met al hun ontwerpers om de hoek kijken. Stop in Godsnaam met herinrichting en onaanraakbare parken. Geef de natuur en de bodem kans zich te ontwikkelen samen met de mensen in ecosociale systemen. Er is geen plantuitval meer. Stop met de inplant zeker met de klimaatverandering en het moedeloze geschoffel creëer je lelijke perken die waardeloos zijn voor de biodiversiteit. Laat de verticale budgetten van vele tonnen die worden gereserveerd voor herinrichting kantelen en investeer ieder jaar in een verbetering. Een park dat ieder jaar mooier en praktischer wordt. Nu wordt gewerkt volgens een ijzeren regime; het begint met een voorlopig ontwerp, dan een rondje inspraak waar bewoners kunnen kiezen uit A of B (glijbaan of draaimolen) grotere ingeplante perken heeft zoals gezegd geen zin als het onderhoud niet verandert. Inplanten met inheems is helemaal infantiel want dat komt gratis aanwaaien. Laat de perken met rust vergroot de vierkante meters groen en zorg dat kinderen er gewoon in kunnen aspelen en hutten bouwen. De natuur kan daar echt wel tegen; het Proefpark was niet kapot te krijgen en de hutten die de kinderen maakten schoten wortel en gaven door de juiste snoeiwijze prachtige levende sculpturen. Inheemse bomen zoals wilgen horen in onze moerasdelta. De natuur hersteld zich snel behalve dus als je het herinricht helemaal leeghaalt en nieuwe steriel grond toevoegt. Tja dat is ecocide. Voor de buurt is het of er een spaceship is neergedaald tegenwoordig met kleurrijke valondergronden die gestaag microplastics verspreiden. De insecten hebben het nakijken en moeten op zoek naar verwaarloosde tuinen en plekken om hun nageslacht veilig te stellen. Het enige wat ze in de nieuw ingeplante bloemrijke perken kunnen halen is nectar. Meestal is na drie jaar de boel alweer deels gesloopt en de perken kaal. Hallo tuinontwerpers dat kan beter. Laat de natuur haar werk doen en focus je op de paden en bankjes.

Als we dit zouden doen en nogmaals dit is heel goed te doen met de lopende budgetten en reserveringen. Ik schat dat een cofinanciering van 200.000 per fonds een voorzichtige schatting is. Dus het maatschappelijk rendement is torenhoog en de bezuinigingen fenomenaal. Preventie is de enige weg en Stadsgeneeskunde is de methode. We hebben met de TEEB methode het maatschappelijk rendement van het Proefpark berekend. We kwamen op 200% en dat wordt alleen maar meer. Ontruiming is een enorme kapitaal vernietiging. Gelukkig hebben we de video’s, de foto’s en de verhalen nog.

Kom op laten we voor keuze C gaan. En Tuinier is een prachtig vak naast de wijkagent  en de postbode. Bovendien het werk van de reguliere schoffelaars en vuilophalers kan op deze wijze gezonder en zinniger worden georganiseerd door constructieve samenwerking voor een beter en menselijkere praktijk met minder controle en meer autonomie.

Probleem is wel dat al het geld in de begroting 2025 al is toegewezen. De begroting 2026 heeft dus een post preventie en transitie nodig. Het geld hoef echt niet alleen van Stadsbeheer te komen. Maatschappelijke ontwikkeling en Stadsontwikkeling kunnen ook mee betalen want zij hebben er natuurlijk ook baat bij. Burgemeester en wethouders denk eens na en gekozen raadsleden neem uw verantwoordelijkheid. De weg ligt open naar een gezonde buitenruimte en aanspreekbare gezonde buitenwerkers. Het hoeft allemaal niet morgen te gebeuren maar laten we die kant op bewegen. Laten we in plaats van de laatste de eerste zijn. De stad en onze kinderen verdienen dit.

  • eye.png

    214x

  • comment.png

    0x

    0x

Delen

« Terug naar artikelen

0 reacties

Laat een reactie achter