De meeste mensen vinden dat er iets moet veranderen. De vraag is echter wat is dat ‘iets’ en waarom en hoe moet dat veranderen. In management en beleidskringen wordt dat veranderen transitie genoemd. Er zijn verschillende definities voor.
Een transitie is een collectief leerproces, waarbij een groep mensen met vakkennis van hun systeem gezamenlijk eigenaarschap neemt, om dat systeem (sector, regio, organisatie) te transformeren naar een duurzaam systeem.
Bron https://boommanagement.nl/artikel/wat-is-een-transitie/
Een transitie is een fundamentele verandering in cultuur, structuur en werkwijze. Een transformatie is ingrijpend en veelomvattend, maar blijft binnen de grenzen van de organisatie. Een andere interactiedynamiek is vaak gewenst. Hoe met succes verandering realiseren?
Bron https://www.managementsite.nl/transitie-of-transformatie-veranderaanpak
Transities verlopen volgens patronen van opbouw en afbouw. In het werken aan maatschappelijke problemen, staren mensen zich vaak blind op nieuw, beter en meer. Wat vaak vergeten wordt, is het belang van stoppen – creatieve vernietiging is een essentiële voorwaarde voor innovatie.
Bron https://drift.eur.nl/nl/over-drift/transities/
Generaliserend zou ik het een veranderingsproces noemen. Er zijn volgens mij twee categorieën belangrijk in deze. De spontane verandering en de georganiseerde verandering. De klimaatopwarming laat dit zien. Keert de wal het schip en worden we uiteindelijk gedwongen te veranderen of anticiperen we op de dreiging door voor dat de ellende begint te veranderen. In de werkelijkheid spelen deze processen door elkaar en dat maakt transitiemanagement problematisch. Want wat moeten we precies veranderen en hoe effectief is dat. Bijvoorbeeld bij het klimaatprobleem is het dilemma, gaan we de problemen voorkomen of opvangen. Ook hier is in de werkelijkheid een combinatie van deze twee aan de hand.
Een goede analyse van een probleem, waar precies verandering noodzakelijk en nuttig is en hoe dit te doen zijn mijn inziens noodzakelijk om überhaupt een werkbare strategie te ontwikkelen. Ik wil het hier niet over het klimaat hebben maar iets dat dichter bij huis is; de publieke ruimte in steden.
Als transities de theorie zijn, is transitiemanagement de praktijk. Het is een governance-aanpak waarmee je ruimte creëert voor fundamentele verandering door middel van visie, leren en experimenteren.
Is het wel mogelijk om fundamentele verandering te managen? Transitiemanagement stelt dat eigenlijk niemand volledig de controle heeft, maar dat je transities wel kunt initiëren, ondersteunen en versnellen door in te spelen op de bestaande dynamiek en complexiteit en onzekerheid te omarmen.
Bron https://drift.eur.nl/nl/over-drift/transities/
In de theorie van DRIFT een bureau dat transitiemanagement wetenschappelijk benadert worden de twee kanten, het spontane en het georganiseerde, gecombineerd. Ik denk dat dat de juiste houding is als het gaat over de publieke ruimte in steden. Deze publieke ruimte heeft nogal wat veranderingen doorgemaakt te beginnen met de auto’s die een steeds groter deel van de ruimte innemen. Onze manier van leven heeft ons publieke leven verplaats naar ‘andere plekken’, zeker met de komst van internet en sociale media. De publieke ruimte is voor heel veel mensen een plek waar ze doorheen gaan naar andere plekken een soort transit ruimte en geen verblijfsruimte.
Hoewel de harde veiligheid in absolute getallen is toegenomen ervaren mensen dat niet zo. De buitenruimte is lawaaierig, anoniem en kinderen spelen nauwelijks buiten. De subjectieve beleving van mensen is wat mij betreft leidend want dat bepaalt het gedrag van mensen. Als iets gevaarlijk of vies wordt gezien wordt het gemeden. Als dus ergens winst is te behalen is het deze subjectieve beleving te veranderen en de werkelijke gevaren aan te pakken. Dit is te zien als de bufferfunctie van ons publiek domein. Een uitnodigende veilige buitenruimte kan een heleboel ellende voorkomen. Meer ogen en oren op straat, meer positiviteit en minder auto’s, meer stadsnatuur allemaal gunstig voor onze gezondheid en veiligheidsgevoel.
Ik durf de stelling aan als we dit niet veranderen het overige wat we willen veranderen ook zinloos wordt. Met name ouderen, kinderen en mensen die weinig mobiel zijn hebben een gezonde omgeving nodig en een veilige publieke ruimte is hiervoor de basis.
Gezonde menselijke interactie dicht bij huis dat is ook de drijvende gedachte achter participatie, mensen meer laten meedoen en betrekken bij hun omgeving. Als ik met mensen spreek is feitelijk iedereen het min of meer met deze analyse eens. De stad moet schonere, meer groen en mensen zouden meer naar elkaar moeten omkijken. Om een goede transitie mogelijk te maken is het handig dat iedereen het er mee eens is. Hoe organiseer je dat?
Ik werk nu meer dan 20 jaar in zogenaamde achterstandswijken die inmiddels stevig aan het gentrificeren zijn. Rijkere bewoners komen er wonen en armere vertrekken dat is gemiddeld genomen het resultaat. De nieuwkomers en de mensen die er wonen hebben logischerwijs verschillende perspectieven op dit proces. Ik heb in die jaren organisaties zien komen en gaan, steeds weer nieuwe voornemens en beleid maar het beklijft niet. Juist de publieke ruimte heeft hier een bemiddelende functie en je ziet dat het werkt wanneer er verbindende activiteiten worden georganiseerd.
We zijn op onze aanpak uitgekomen via allerlei tijdelijke projecten en evenementen. Als het project stopte verdween ook het effect. Het is nodig een continue aanwezigheid, vakmanschap en positiviteit in de publieke ruimte te creëren als ook duidelijk waarneembare verbetering van zowel fysieke (schoon, groen) als sociale (subjectieve veiligheid) kwaliteiten. Het dagelijks onderhoud is hiervoor uitermate geschikt. Hoe kun je dit op een gecontroleerde effectieve manier veranderen is de grote vraag waar Stadsgeneeskunde een antwoord op zoekt.
Het veranderen van menselijke gedrag is uiterst lastig en hiervoor is een andere strategie nodig dan tot nog toe is toegepast. Mensen passen zich aan aan hun omgeving en dus als je de omgeving verandert verandert het gedrag automatisch. Dit betekent een radicale omkering in het dagelijks onderhoud van efficiënt en machinaal naar effectief en met de menselijke maat. Herkenbaar en eenvoudig om mee te doen. Hoe organiseer je dit?
Als je kijkt naar hoe het momenteel georganiseerd is zie je dat het tot achter de komma is vastgepind in bestekken en contracten. Dat gaat heel goed maar nu juist niet achter de komma. Mensen die in het onderhoud werken worden als machines aangestuurd en er is geen tijd voor een praatje of eigen initiatief. Dat is het werkelijke probleem, vakmanschap zit achter computers en niet in de wijk op straat. Eigenlijk hoef je het alleen zodanig te veranderen dat mensen mee gaan doen en zich verantwoordelijk gaan voelen. Hier brengt een autonoom domein en een wijkfonds uitkomst. Hoe te tuinieren en hoe handmatig op te ruimen zijn typisch zaken die veel beter ter plekke kunnen worden georganiseerd dan met een bestek en contract van boven. Bovendien het werk is erg gezond en er zitten veel mensen noodgedwongen thuis met een uitkering. Binnen die laatste groep zal een groot deel niet voltijd aan het werk kunnen maar meedoen met het dagelijks onderhoud voor een paar uurtjes tegen een onkostenvergoeding is heel aantrekkelijk voor de ze groep.
Het idee dat er iets moet verdwijnen klopt dat is onze manier van kijken en doen naar onderhoud en publieke ruimte. In plaats van een kostenpost wordt het een investeringsstrategie. Het mooie is dat dit met gesloten beurzen en met behoud van arbeidsplaatsen kan. De weerstand in de uitvoering kan zo worden weggenomen. De enige weerstand die moet worden overwonnen om dit te realiseren zit bij bestuurders en ambtenaren die anders moeten gaan denken en begroten.
De concrete veranderingen in de uitvoering is een andere organisatie van het handmatige werk. Dit werk wordt gezonder, autonomer met vakmanschap en sturing ter plekken. Voor stadsbeheer is dit alleen maar handiger want het overige machinale werk kunnen ze uitstekend en goede samenwerking versterkt het gezamenlijke resultaat; een gezonde, veilige, schone buitenruimte.
Ervoor zorgen dat burgers weer meedoen noem je sociale innovatie met een duur woord.
We hebben in onze praktijk ontdekt dat het mogelijk is met participatie en een goede organisatie een straat/plein/park beduidend schoner te krijgen tegen dezelfde kosten en met een bewezen maatschappelijke meerwaarde. Sociale innovatie pur sang en op termijn gaan er steeds meer mensen meedoen. Een self revolving proces. Om het simpel te zeggen het groeit vanzelf als het voldoende water/geld krijgt.