Tuindagboek #7 De rol van tuinplanten

Rini Biemans

Ik las het voor het eerst in het tuintijdschrift Groei en Bloei zo’n 15 jaar geleden. Het feit dat een tuin gemixt met inheems biodiverser is dan een tuin met alleen inheems of alleen tuinplanten. Wij mensen willen tuinieren, onze omgeving naar onze hand zetten. Onze tuin mooi maken en daar is niets mis mee. Dat is onze natuur. Het is natuurlijk prachtig dat menselijk interveniëren tot meer variatie leidt en meer kansen voor allerlei soorten. Als je dat op de goede manier doet maak je het niet alleen mooi maar ook biodiverser.

Hoe zit dat in elkaar? Je kunt stellen dat inheemse planten de kraamkamer in de insectenwereld zijn. Insecten kunnen er hun eitjes leggen en hun larven eten van de planten. Dit is heel specifiek door de eeuwen heen zo gegroeid en dat verander je niet. Een tuin dus met volop bloeiende tuinplanten heeft volop eten voor insecten maar geen voortplantingsmogelijkheden. De vlinderstruik is dan ook de McDonalds in de insectenwereld. In dit geval oorspronkelijk Chinees en net als wij van Chinees eten houden doen insecten dat ook.

Tuinplanten bieden extra voedsel, schuilmogelijkheid en nestmogelijkheid. Als er dan ook een gezonde kraamkamer aanwezig is, voldoende en gevarieerde inheemse planten geeft dit een boost aan het aantal insecten. Fruitbomen, bessenstruiken, kruiden zijn tuinplanten waar zowel de tuinier als de insecten wat aan hebben. Ze kunnen ze opeten. Een groot deel van de inheemse planten - voorheen onkruid - zijn heel goed te eten. We hebben hier in de tuin bluebells (spaanse hyacint) en de hommels vliegen van bloem naar bloem. Natuurlijk ook naar de smeerwortel, de topfavoriet. Maar nectar is nectar. Chinees, Japans, Amerikaans, maakt niet uit. Even wennen.

Voor de tuinier is het de uitdaging dit samenspel tussen inheems spontaan en aangeplant gekweekt tot een fraai en biodivers geheel te maken. Dat is de spanning tussen ingrijpen en laten gaan. Als dat ingrijpen gezond en leerzaam met aandacht en liefde voor het geheel gebeurt kan het niet misgaan. De natuur doet het werk. Het is de uitdaging om de akkerdistel, met 122 insecten faciliterend de nummer twee na de paardenbloem op het gebied van inheemse biodiversiteit in een mooi ensemble te brengen met een roos, een romantische zoet geurende cultivar. Dat is het nieuwe tuinieren. Je kunt het zo gek maken als je zelf wilt. It’s in the mix baby.

 

  • eye.png

    519x

  • comment.png

    1x

    0x

Delen

« Terug naar artikelen

1 reactie

Kees op 15 mei 2024 19:43u

Mooi artikel Rini, met mijn collega's probeer ik dit ook te katen landen in de proeftuin bij de Gele Keet.

Laat een reactie achter