Ben je nog optimistisch over de toekomst?
Altijd hè. zonder optimisme kom je nergens. Maar ik heb er wel een hard hoofd in. Er moet altijd iets kapot om werkelijk te veranderen. Dit kan op twee manieren het nieuwe breekt het oude af of het oude stort in en het nieuwe krijgt ruimte om te groeien.
Maar twee mogelijkheden ?
Die twee zijn in samenspel. Trump bijvoorbeeld lijkt dingen kapot te maken om er iets nieuws voor in de plaats te zetten. Dat is nogal zorgelijk omdat de big tech disruptief is en onze oude patronen vernietigd. Het is invasief en wil zich ongebreideld uitbreiden. Onze oude zekerheden verdwijnen terwijl we ons er nog steeds aan vastklampen. Er zijn nog geen goede stevige nieuwe zekerheden. De wereld beweegt van een objectief lineair paradigma naar een complex subjectief paradigma waar het lineair objectieve natuurlijk onderdeel van is maar niet meer dominant als kennisbron. Misinformatie is subjectieve informatie en net zo relevant.
Wat betekent dat voor het huidige tijdsgewricht?
Verandering is van alle tijden. Aanpassing aan nieuwe omstandigheden is de driver van variatie in de evolutie.. Als je naar het huidige tijdsgewricht kijkt is er momenteel een reactionaire golf van het laatkapitalisme dat vecht voor lijfsbehoud en anderzijds een innovatief techcomplex dat wil ingroeien en doorgroeien en daarmee onze natuurlijke menselijke interactie koloniseert en structureert. Daarnaast kampen we met een polycrisis op het gebied van klimaat en natuur die onze existentie bedreigt. De democratie worstelt ermee. Het reactionaire laatkapitalisme kan alleen overleven door de destructie en nieuwe kansen van de techjongens te omarmen. Het spreekt voor zich dat de nog kapitalistischer techgiganten niet veel van onze oude zekerheden in tact laten. De democratie gaat anders georganiseerd worden. De rijken worden rijker en de armen worden armer. Dit gaat een hoop ellende veroorzaken en ook de middenklasse zal geraakt worden. Sociale conflicten, opstanden en oorlog. Je ziet het eigenlijk al gebeuren als je naar het grotere plaatje kijkt. De boel is danig aan het verzakken en instorten.
Wat kan je daar als individu aan doen?
Dat is een interessante vraag. Ik zou zeggen kalm blijven, maak het complex (bekijk alle accenten en verbindingen), wees nieuwsgierig. Zoek naar de kansrijke mogelijkheden die er volop zijn en ontstaan. Ellende is niet te vermijden. Dat overkomt ons allemaal in meer en mindere mate. Doe niet mee aan de hype en de hetze. Blijf nieuwsgierig. Zo leer je de wereld en de mogelijkheden kennen. Niet door te veroordelen maar door te onderzoeken. En dan vooral in de analoge werkelijke wereld. Dus dat kalm blijven zeg ik niet voor niets.
Jij maakt je toch ook verschrikkelijk druk om bepaalde zaken.
Wij mensen zijn natuur en onderhevig aan natuurwetten. En mijn emoties kan ik niet anders dan uiten. Ik ben geen monnik. Vervolgens probeer ik alles nuchter te bezien. En vooral optimistisch te blijven soms tegen beter weten in. De natuur is mijn grote leermeesteres. Ik heb het gevoel dat het universum vrouwelijk is en wij mannen zijn een afsplitsing.
Heb je daar bewijs voor?
Tuurlijk niet. Het is een gevoel en de constatering dat mannen in de natuur in de minderheid zijn. De natuur vormt ecosystemen waarin onderling afhankelijke soorten elkaar in evenwicht houden. Dit gebeurt door continue feedback mooi gevisualiseerd door een zwerm spreeuwen ze letten slechts op de vogels om zich heen maar met zijn allen bewegen ze als een geheel. Ons lichaam is een complexe realtime feedbackmachine waar we ons maar deels van bewust zijn.
Een belangrijke functie van ecosystemen is om levende wezens te beschermen tegen de variatie van omstandigheden. Je zou dit de bufferfunctie van het ecosysteem kunnen noemen. Deze bufferfunctie in ecosystemen staat momenteel op veel plaatsen onder druk. Dit kan fataal zijn voor sommige soorten, die weer andere soorten meetrekken. Wetenschappers zeggen dat we midden in een uitstervingsgolf zitten. Als er eenmaal een drempel is overschreden de bufferfunctie verdwijnt met ineenstorting tot gevolg. Dit geldt voor ons klimaat alsook de biodiversiteit. Het is geen lineair gebeuren maar een complex samenspel van oneindig veel oorzaken en gevolgen.
Dat is weinig hoopvol. Hoe ga je daar mee om?
Proberen te begrijpen hoe ons ecosysteem werkt. Wij mensen zijn de top predator in de stad. Ik ben optimistisch en focus me op de nieuwe kansen die zullen ontstaan. En ik zoek naar ontsnappingsroutes en begaanbare paden richting de toekomst.
Hoe zien die eruit?
Om het goed uit te leggen moet ik het wat breder inleiden met voorbeelden.
Paradijs 25 is een heel beroemd en verontrustend muizenexperiment. Het is een kooi/ruimte waar voldoende voedsel is en die wordt schoongehouden. Ik zal een beschrijving invoegen dan weten we waar we het over hebben.
De Amerikaanse wetenschapper etholoog John Calhoun creëerde een perfecte utopisch paradijs voor muizen. Onbeperkt eten, drinken, geen roofdieren en ziekte, voldoende ruimte, nesten, comfortabele temperatuur van 20°C, wekelijkse reiniging. Hij onderzocht het effect van de bevolkingsdichtheid op het gedrag.
De eerste 104 dagen (fase A) verkenden vier paren gezonde muizen hun nieuwe leefomgeving. In groeifase B volgde een ontwikkeling met populatieverdubbeling om de 55 dagen. De dieren bleven samen hokken en eten, vormden een hiërarchie en een sociale leven.
Vanaf dag 315 vertraagde de groeisnelheid van de populatie van 620 muizen aanzienlijk.
Het samenscholingsgedrag ontmoedigde het paren. Steeds meer vooral jonge individuen die niet meekonden in de hiërarchie en geen rol hadden in het sociale leven werden uitgesloten en gebeten. Oudere mannetjes hielden agressief hun positie, vrouwtjes verzorgden nesten niet meer, doodden zelfs hun jongen. Mannetjes werden kluizenaars (singles), jonge dieren sterven.
In de laatste (stervens)fase (D, dag 560) werden (alfa)mannetjes passief, sliepen, aten en dronken alleen maar (een TV ontbrak allicht), en vrouwtjes weigeren te paren. Homoseksualiteit, agressie en kannibalisme (hoewel er overvloedig voedsel was) boomden. De makste (JC noemde ze ‘mooie’, onbeschadigd door gevechten) muizen kregen de overhand over de agressieve. De sterfte bij jonge dieren bedroeg 100%. Na de 1.780ste dag was de kolonie uitgestorven.
Kleine groepen muizen die in fase 3 een eigen leefomgeving kregen ontwikkelden hetzelfde gedrag als de brongroep. Alle muizen stierven, onder ideale omstandigheden.
Er was permanent eten voor 9.500 muizen tegelijk, en water voor 6.144, ruimte en onderdak voor meer dan 3.840. De maximale populatiegrootte werd 2.200 muizen.
Binnen 5 jaar was de kolonie uitgestorven. Wat zegt dit over ons? We zijn weliswaar geen muizen maar we zijn ook dieren en onderhevig aan dezelfde complexe natuurwetten. Het belangwekkende hieraan is wat mij betreft is dat ze gewoon uitsterven terwijl ze voldoende voedsel hebben. Hoe dat bij ons mensen zit zien we dagelijks om ons heen en als we uitzoomen zien we de kooi waarin wij leven. Er zijn veel paralellen te trekken daarom vind ik het zo’n verontrustend en intrigerend experiment. Het is vaak herhaald met steeds dezelfde uitkomst.
“The cage is invisible because you were born inside it — and they taught you to love the bars.” – Mark Twain
Het individu is een illusie onze individualiteit is gevormd door onze omgeving. De zwerm vliegt als een geheel en de spreeuwen volgen.
Als je paradijs 25 verbindt met de bosjesmannen heb je een verhaal waarin je wellicht kunt ontsnappen.
Leg uit.
Nu goed beschavingen komen op en gaan weer ten onder. Dit is wat het paradijs 25 experiment simplistisch en versneld laat zien. Het blijkt iets onvermijdelijks als een kolonie in een kooi zit. De bosjesmannen hebben een cultuur die 80.000 jaar heeft bestaan en nu onfortuinlijkerwijs ten onder gaat in de moderne wereld. Wat was er zo duurzaam aan de leefwijze van de bosjesmannen? Het zijn jager-verzamelaars en besteden slechts twee uur per dag aan ‘werken’ te weten voedsel verzamelen. Wat is hun geheim? Het spreekt voor zich dat antropologen dit probeerden uit te vinden. En wat bleek? Ze waren stikjaloers. Als bijvoorbeeld een antropoloog meeging op een jachttocht en voor 30 dagen tabak meenam was hij dat al de eerste dag kwijt. Je zou kunnen stellen dat jaloezie zorgt voor een eerlijke verdeling van schaarse middelen en een demping op de neiging zet om steeds meer te willen. In onze huidige samenleving zien we jaloezie als een zwakte terwijl het in feite een hele gezonde emotie is die zorgt dat we onszelf en onze omgeving (ecosysteem) niet uitputten. Dit is bijvoorbeeld een mentale/sociale stang in onze moderne kooi. Je lijdt niet alleen jaloezie maar ook aan een slecht gevoel en sociale minachting. De bosjesmannen vonden het raar dat iemand meer bezat dan de ander. Kijk naar de dynamiek van onze samenleving. Jaloezie is zwak maar iedereen wil het wel beter doen dan de ander. Dat moeten we iedereen gunnen. Zo werkt het niet. Jaloezie is een natuurkracht in ons wezen om te overleven. Als je jaloezie zo beziet begrijp je beter hoe het werkt. We werken keihard om de ander de loef af te steken. Gesublimeerde jaloezie analoog aan Freud zijn gesublimeerde sexuele onderdrukking.
Waar zit dan de ontsnapping?
Wat ik opzienbarend vond is dat tijdens de uitsterffase in paradijs 25 geen kleine groepjes opstonden en door bleven leven. Die optie bood de natuur niet. Er was geen schaarste en ze hoefden geen moeilijke avontuurlijke tochten te ondernemen om voedsel te vinden. Misschien zit daar een principe. Bij overvloed degenereren we, we hebben schaarste nodig om te interacteren en samen te werken en als volledig mens/dier te kunnen leven. Tot zover de individuele ontwikkeling en ontplooiing. Dat doe je immers altijd samen, de kleinst deelbare eenheid van ons mensen zijn twee mensen. We zijn niet gemaakt voor comfort hoewel we het voortdurend zoeken. Vraag blijft wat deden de bosjesmannen in de tijd dat ze geen voedsel verzamelden.
Wat deden ze dan?
Geen idee. Waarschijnlijk dansen, neuken, ouwehoeren. Als je jaloers bent is er altijd motivatie. Om het zeker te weten zou ik al die wetenschappelijke onderzoeken moeten doorspitten. Het gaat mij om het grove principe. Het spel van schaarste en overvloed zit in de analoge alledaagse interactie sinds ons bestaan op aarde. En schaarste en overvloed zit sinds een paar decennia in de digitale interactie. In het analoge ben je gebonden aan plaats en tijd (schaarste) in het digitale kun je overal naar toe (overvloed). In het analoge heb je naast beperkingen een eindeloze hoeveelheid aan mogelijkheden(overvloed). In het digitale zit je in een gesimplificeerde versie van de wereld die je niet kunt aanraken (schaarste)
Het analoge verbindt ons in plaats en tijd met al het waarneembare. Het digitale verbindt ons als een complexe spreeuwenzwerm met een intelligent algoritme. Het is wat.
Hoe ga je daar mee om?
Er zit een venster, een membraan, tussen het digitale en het analoge en dat is ons bewustzijn met onze aandacht die getrokken of gericht wordt. Dat verbindt het een met het ander. En daar bevindt zich ook onze vrije wil. Waar anders?
In de keuzes die je maakt?
Dat kan iedereen voor zich beantwoorden. Hoe vrij zijn wij in onze keuzes? Neem bijvoorbeeld obsidify, een plantherkennings app, als je in de tuin bent kun je die gebruiken maar je kunt natuurlijk ook gewoon kijken of een boek lezen over het onderwerp. Ik gebruik de app niet. Karin heeft hem wel en soms als we in de tuin zitten checken we wat planten. De meeste kennen we wel en als ik er een zie die ik niet ken zie ik wel wat voor soort het is. Nu schrijf ik dit interview in mijn tuin in de zon op mijn telefoon. Soms kijk ik tussendoor op de socials het zijn de twee soorten overvloed waar je met je ‘vrije wil’ continu uit kunt kiezen.
Wat is precies vrij aan de vrije wil ?
Stel je voor je bent een muis in paradijs 25 in welke periode zou je willen leven? De beginfase, de agressieve fase of de afsterffase. Lastig hè. Gelukkig hoeft niemand als individu te kiezen wanneer en waar hij, zij of het geboren wordt.
Maar je kunt wel kiezen hoe je naar de wereld kijkt. De wereld is een complex geheel waar wij onderdeel van zijn. Dus ja, je invloed is beperkt. De vraag is ook invloed waarop.
Ik was laatst op het Stadsnatuur symposium waar het ging om extinctie en hoe weinig we ons daar druk om maken.
Een filosoof die hierover reflecteerde stelde mensen buiten dit probleem. Maar denk ik dan… Wij zijn zelf natuur dus als het ‘slecht’ gaat met de natuur gaat het vanzelfsprekend ‘slecht’ met ons. Deze realisatie mis ik in de discussies… we blijven maar praten alsof we aan de knoppen zitten.
We zitten toch ook deels aan de knoppen?
Welke knoppen?
Minder fossiel, meer circulair, meer regeneratieve land- en veeteelt, dat soort zaken.
Waar zitten die knoppen dan en hoe kan je daaraan draaien?
Die knoppen zitten overal. Politiek, bestuur, gemeenschap.
Inderdaad dus je hebt een samenhangend inclusief verhaal nodig waar je de juiste knoppen vindt en die ook nog kunt bewegen. Daar kun je naar zoeken; knoppen die werken en waaraan je kunt draaien. Maar goed, ik heb niet voor niets paradijs 25 besproken. Misschien is het een lotskwestie en zijn de knoppen waaraan we draaien niet effectief.
Met andere woorden wat we ook doen we kunnen ons lot niet keren?
Dat is een reële mogelijkheid. Tegelijkertijd als individu heb je heel wat te kiezen. Stel dat de hypothese dat we de samenleving als geheel niet kunnen redden en we inderdaad in een neergang en ineenstorting zitten. Zoals de muizen in paradijs 25 in de laatste fase. Als individu kun je dit accepteren en het met verwondering bezien.
Maar je bent zelf toch ook idealistisch bezig, je wilt nota bene de stad genezen.
Je moet toch wat. Eerst dacht ik dat mensen erop zaten te wachten maar dat bleek anders. Nu doe ik het omdat ik het leuk vindt en ik doe het al zolang. Ik vind het stom hoe wij het geregeld hebben en dat probeer ik te veranderen. Die knoppen en waar ze zitten. Ons verhaal wordt steeds sterker dat op zich motiveert en ik denk dat er met een paar jaar veel behoefte is aan onze aanpak. Je kan wel denken - alles gaat toch naar de klote - maar hoe kan je daarmee leven? Nu geniet ik van mijn werk, de stad, de natuur en de mensen om me heen. Motivatie om te doen wat je doet is belangrijk.
Je ontdekt steeds weer iets anders. Het voelt nuttig om te doen. Een groene gezonde stad. dat willen ondertussen heel veel mensen. De kooi waarin wij onszelf vasthouden openbreken en veranderen.
Wat is nu je conclusie van al deze conceptuele rondzwervingen?
Complexiteit moet je benaderen met principes. De natuur doet het ook zo. Dat zijn de natuurwetten. Die kunnen we leren kennen door experimenten zoals paradijs 25. Of het bestuderen van oude culturen.
Wat is een gezonde leefomgeving voor ons mensen? Paradijs 25 en de levenswijze van de bosjesmannen geven twee belangrijke perspectieven. In hoeverre verschillen wij mensen van muizen? En hoe verschilt ons modern leven met dat van de bosjesmannen.
Stadsgeneeskunde bestudeert deze vragen en ontwikkelt tegelijkertijd een meetbare en schaalbare praktijk. Het mooie aan het citaat van Mark Twain is dat we van onze tralies houden. Wij mensen moeten onze driften, ijdelheid, geilheid en hebzucht onderdrukken en ook de regulator jaloezie. Dat klinkt als een kooi met tralies waarvan wij houden. Maar toch in de dagelijkse praktijk zijn wij ijdel, hebzuchtig, geil en jaloers. Wat we de ander ook willen doen geloven. Leven vanuit principes is de enige weg om hierin te bewegen. De tralies überhaupt te zien. Met de juiste principes gaat dat heel goed. Het werkt beter dan ik had verwacht.
Voor mensen die hier meer over willen horen of die nieuwsgierig zijn hoe een Park eruitziet waar de inheemse natuur (voorheen onkruid) volwaardig mee mag doen. In mei geef ik tijdens de parkenmaand op de woensdag en vrijdagochtend 10:00 - 12:00 een rondleiding in Park 1943. Deelname is gratis en er is koffie/thee om 11:00 uur.