Waar wil je dat dit interview over gaat?
Over Stadsgeneeskunde, wat het nu is en wat het kan worden. Het is per slot levenswerk.
Zie je dat zo?
Ja, ik werk er eigenlijk al 35 jaar aan. Vanaf de tijd dat ik stopte als arts. In eerste instantie ging het erom mijn eigen ideeën over gezondheid te volgen. Ik geloofde niet en nog steeds niet in de eenzijdige blik op genezing. Ziekte en lijden horen bij het leven. Het moderne ideaal van een leven met zo min mogelijk lijden en zo veel mogelijk comfort vond ik betekenisloos. Ik wilde mijn eigen weg volgen en het kunstenaarschap leek me een positie waarin ik dat kon doen. Na mijn periode in het leger werkte ik aan het concept ‘praatarts’. Dat is een arts die niet behandeld maar informatie geeft.
Dat is toch gewoon voorlichting?
Voorlichting ligt in de lijn van de visie van geneeskunde het is feitelijk promotie en die visie onderschreef ik niet. De ‘praatarts’ die ik voor ogen had is meer een onafhankelijke arts die de feiten, de statistiek beheerst en zo de patiënt een betere keuze kan laten maken. In een heleboel gevallen is niet behandelen de beste oplossing. Inmiddels wordt dit inzicht gedeeld door veel medici en gezondheidswetenschappers. Maar de behandelingsmachine draait inmiddels op volle toeren en lijkt vooralsnog niet te stoppen.
Als je ziek bent ga je toch naar een arts?
Als kind ben ik op mijn elfde aan mijn amandelen geopereerd. Ze waren ontstoken. Ik dacht indertijd oprecht dat als ik niet geopereerd zou zijn ik dood zou gaan. Tegenwoordig worden er vraagtekens gezet bij het verwijderen van amandelen. Toentertijd werd dat bijna standaard gedaan bij infectie. De amandelen van mijn jongere zusje werd ook maar meteen geknipt. We lagen samen een dag in het ziekenhuis en kregen ijs na de operatie. Dat was tof.
Baat het niet dan schaadt het niet.
Dat was het idee toen. Zo simpel ligt het niet. Zoals ik als kind dacht denken meer mensen en nog steeds. De meeste ziekten gaan vanzelf over. Dus als je ‘therapie’ geeft lijkt het dat dat de oorzaak van genezing is. Dat is een enorme bias die de medicalisering van de samenleving voorstuwt. De gezondheidszorg is verworden tot een rupsje nooit genoeg dat notabene drijft op ons zelfhelend vermogen. Dit neemt overigens niet weg dat de medische wetenschap enorme voortgang heeft gemaakt en dat er heel veel mogelijk is. Het is de kunst te bepalen wanneer wel en wanneer niet te handelen. Als arts in het leger zei ik dan vaak ‘het is vanzelf ontstaan en gaat vanzelf over’. Een kapitein grapte een keer in de kantine: ‘Waarom hebben we een dokter nodig als het toch vanzelf over gaat’. Mijn bijdehante antwoord was: ‘Ik weet wanneer het niet vanzelf overgaat’. Dat was trouwens aan de hand met een sergeant die een enorme tumor had in zijn lever en die ik heb gerepatrieerd. Ik was onderdeelsarts van een Nederlandse delegatie van een vredesmacht in de Sinaï die de vrede moest bewaken tussen Israël en Egypte na het Camp David akkoord. Jaren later hoorde ik van de overste dat de sergeant het had overleefd. Blij dat ik het niet had gemist en tegen het advies van de Amerikaanse arts-kolonel een scan had laten maken in Tel Aviv. Die me daarna trouwens een prachtige referentie gaf. Dit was echt een gevoel van ‘hier klopt iets niet’.
Hoe bepaal je dat? Wanneer iets niet overgaat.
Dat is dus lastig. Het is deels intuïtie en een goed inzicht in de risico’s rond aandoeningen. Vandaar dus mijn idee voor een onafhankelijke ‘praatarts’ die hierin is gespecialiseerd. Dat zou enorm veel zorgkosten besparen en patiënten meer vertrouwen geven in hun eigen helend vermogen. Het is nog steeds een sterk concept.
Waarom ben je er niet mee doorgegaan?
De tijd was niet rijp en ik was erg jong en onervaren. Ik wilde een onderzoek doen naar de medische duiding in het arts-patiënt contact. Hoe snel wordt het frame ziek en therapie ingezet. Bijvoorbeeld iemand ligt in scheiding, is ontslagen en heeft barstende hoofdpijn. Het onderzoek zou arts-patiënt consulten filmen en dan later de tijd meten hoe lang over de drie problemen, ontslag, scheiding, hoofdpijn wordt gesproken en hoe deze worden verbonden. De Vrije Universteit van Amsterdam wilde het eventueel doen.
Waarom heb je het niet doorgezet?
Al die banden analyseren, ik had er geen zin in. Ik wilde te graag vrij zijn en kunstenaar worden. Mijn eigen ideeën en er naar leven. Ik ben een enorme dromer. Bovendien een goed idee dat je gaat uitvoeren staat en beter idee in de weg. Stadsgeneeskunde focust op brede integrale preventie. Dat concept is veel sterker, eenvoudig te implementeren met een subliem transformatief vermogen. Daar had ik toen nog geen idee van.
Zullen we het in delen publiceren want ik vrees dat het een lang interview gaat worden.
Dat is een goed idee. Dit is dan deel 1 over waar het vandaan komt.
Lieve lezers tot zover deel 1 van dit interview. Wordt vervolgd.