Een andere houding en esthetiek voor ons ‘stadsgroen’

Rini Biemans

28 juni 2025

Essay

Laatst, de tweede zondag van de zomer, wandelden we van onze volkstuin naast Airport Rotterdam naar ons appartement in Blijdorp. We lopen dan door de nieuw gebouwde wijk park Zestienhoven. De wijk is ruim opgezet vooral koopwoningen en vrije kavels. Het groen is hier vooralsnog ‘natuurlijk’ ingericht of nog niet ingericht. Lastig te zien. Je ziet wel goed wat voor ensembles de natuur zelf maakt op de wilde vrijgelaten plekken. Pioniersbegroeiing, dat ziet er best fraai uit, koolzaad, klaprozen en kamille. Wel jammer dat ze langs de HSL lijn en de doorlopende fiets/wandelroute alleen lindes hebben geplant. 

Ik vraag me dan altijd af waarom hiervoor is gekozen. De inheemse natuur doet het zelf bij het juiste beheer en onderhoud en maakt het een fraai biodiversiteit paradijs. Zelfs de bomen komen aanwaaien. Wilgen, Elsen, eiken, …. We hoeven niet alles in te planten. We hoeven slechts de natuur de ruimte geven. We kunnen altijd later selecteren en verfraaien. Waarom gebeurt dat niet? Groenbeheer waarbij de natuur mee mag doen.

Als we over het bruggetje de rijksweg passeren komen we bij het Vroesenpark en zien we klassieke vierkante hortensia perken in het gras. In het park is ook veel natuurlijk groen; in en rond de boompartijen en de vijvers. Er is hier relatief weinig cultuurgroen, slechts de hortensia’s en natuurlijk het strakgemaaide gras. Het park wordt veel en goed gebruikt dus dat is wel nodig. Al bij al prima. Er is wel discussie in de wijk over de vele festivals in het park. Moet dat echt? 

Als we de wijk in lopen zien we de stadsperken; sommige geschoffeld met kale plekken meestal met zwerfvuil of perken met doorgeschoten inheemse pioniersbegroeiing. Het ziet wat mij betreft niet echt goed uit zielloos, liefdeloos, routinematig. Dat kan beter. Maar ja, bezuinigingen. Waarom doorgaan met beheer dat niet doet wat het beloofd; mooie schone stadsperken. Maak van de nood een deugd laat de inheemse natuur het doen. Het bewustzijn begint te dagen bij de groenprofessionals nu nog de daad bij het woord voegen. Zorg voor schone fraaie natuurlijke perken in de binnenstad met inheemse spontane natuur zodat mensen zien wat stadsnatuur werkelijk is. Inclusief ongewervelden, insecten en vlinders. Waarom dat achterhaalde gesukkel met matig resultaat.

De meeste mensen worstelen in hun dagelijks leven met van alles en nog wat. We houden ons groot. Hangen de vuile was niet graag buiten. We houden een beeld op wat nooit helemaal klopt en soms helemaal niet.

Waarom begin ik over innerlijke worsteling in een essay over groenbeheer? Het antwoord is simpel. Ik zie paralellen tussen hoe we omgaan met onze eigen innerlijke natuur en hoe we omgaan met de natuur in de stad. We hebben de stadsnatuur ingedeeld in natuurlijk groen en cultuurgroen. In het natuurlijke groen mag inheemse natuur een beetje en in het cultuurgroen liever niet. Dat lijkt op hoe wij omgaan met elkaar en onszelf. Sommige dingen mogen en andere niet.

Bij het extensieve beheer van groen kan middels generale maatregelen snel winst worden behaald. Door anders te maaien en dood hout te laten liggen verbetert de biodiversiteit aanzienlijk in dit soort stroken. Dit gebeurt momenteel vooral buiten het centrum en woonwijken. Diversere inplant van bomen en struiken is de volgende stap. 

Het intensieve beheer van cultuurgroen is een ander verhaal. Het intensieve beheer van cultuurgroen staat een biodiverse stadsnatuur in de weg. Het is in ontwerp ecocidaal. De hogere biodiversiteit in de stad ligt aan het ‘natuurlijke groen’, particuliere tuinen en achterstallig onderhoud van cultuurgroen.

De noodzakelijke verandering van onderhoud en beheer van groen is de grote afwezige in stedelijke toekomstscenario’s en projectplannen. Deze afwezigheid merken wij niet op maar is wel de reden dat er nog steeds cultuurgroen bestaat. In plaats van de natuur haar Goddelijke en millennia oude werk te laten doen sukkelen met inplanten van inheemse planten. Verandering is blijkbaar heel moeilijk omdat alles strak en efficiënt is georganiseerd. Controle uit handen geven is eng, terwijl hier een partij - de natuur zelf - is die dit veel beter kan als we willen kijken en leren. Wij laten zien in onze praktijk dat dit prima kan als de gemeente zich in de uitvoering anders opstelt ligt de weg naar een biodiverse fraaie stadsperken open. 

Onze houding richting natuur en elkaar is bepalend in wat we doen. De gemeente wil wel; althans de beleidsmakers, bestuurders en politiek. Groen doet het goed om jezelf in te kleden. Natuurlijk is er oppositie en dit vraagt visie en handelingsperspectief bij de ‘groene bestuurders’. Wat je ziet is veel handelingsverlegenheid. Alleen voor de bühne en pilots want ‘in het echt’ is het veel te ingewikkeld. 

Het hele systeem dat we opgetuigd hebben. De bestekken, de standaarden, de contracten in het groen en schoonbeheer verander je inderdaad niet zomaar. VIP projecten zijn makkelijker en combineren gebiedsontwikkeling met natuurontwikkeling. Het Hofplein, de natuurlijke oever in de Rijnhaven. Is dat zo? Een boot hou je drijvend met onderhoud niet ontwerp. 

VIP projecten zitten in het het centrum en in het cultuurgroen gebied. Dat betekent; ontwerp, inplant en voor zover ik heb begrepen standaard onderhoud. Wel met de opmerking dat met inheemse planten wordt gewerkt. Dat is dus goed voor de biodiversiteit net zoals het natuurinclusief bouwen. Allemaal heel goed maar het is niet genoeg als we het beheer en onderhoud van onze stadsnatuur niet ook ecologisch en participatief organiseren. Als je een gezonde stadsnatuur wil moet je tuinieren en dat is niet toevallig een hele gezonde en sociale bezigheid zeker in de publieke ruimte. 

De huidige klimaatcrisis en ineenstorting ecosystemen wereldwijd vraagt volgens mij meer urgentie en een betere strategie. Te beginnen met een andere houding ten opzichte van de natuur. De natuur is immers geen bouwpakket. De natuur bouwt zichzelf. De natuur heeft ons ook gebouwd. Wij zijn natuur. Zoals ik in het begin al stelde hoe wij met onze stadsnatuur omgaan is hoe we met onze eigen natuur omgaan. Als we ons dus boven de natuur stellen of althans ons gedragen alsof we ermee kunnen doen wat we willen zijn wij het zwakke plantje want van de natuur kan je niet winnen haar wetten zijn onverbiddelijk. 

De nieuwe houding is er niet een van beheersen en controleren maar van leren kennen en bewonderen. De natuur laat nieuwe wegen en mogelijkheden zien. Dit alles is natuurlijk ideaaltypisch en abstract. Dit is dan ook de basishouding het gaat natuurlijk om de concrete invulling. Hoe zit dat tuinieren in elkaar? 

Ik heb het al over de innerlijke worsteling gehad. Je zou het ook wat minder dramatisch je innerlijke dialoog kunnen noemen. Iedereen zit vast in de alledaagse werkelijkheid van verplichtingen, gewoonten kortom je leven. Als je dit wil veranderen kun je het benaderen als ware het een tuin. Je plant een plantje, een idee, en kijkt wat eromheen groeit. Dat heeft tijd nodig om er vat op te krijgen en kijken wat mogelijk is.

Door de inheemse natuur volwaardig te laten meedoen ook in ons cultuurgroen maken we niet alleen de stadsnatuur gezonder maar ook onszelf. Laat dat inzinken. Waarom doorgaan op een doodlopende weg terwijl er een nieuwe weg opent waarbij we effectief en rendabel samenwerken met de natuur aan een gezonde leefomgeving voor mens, plant en dier… 


  • eye.png

    136x

  • comment.png

    0x

    0x

Delen

« Terug naar artikelen

0 reacties

Laat een reactie achter