Ecologisch en Creatief Beheer

Rini Biemans

Ecologisch en Creatief Beheer

Dinsdag 29 augustus 2023 heb ik tijdens het biodiversiteitsfestival mijn visie als expert gegeven aan de commissie Bouwen, Wonen en Buitenruimte op de uitvoeringsagenda biodiversiteit en het vitaliseren van de stadsnatuur. Mijn betoog is hier te lezen.

Allereerst wil ik bedanken voor de uitnodiging om mijn expertise te delen met de commissie Bouwen, Wonen en Buitenruimte van de gemeente Rotterdam. Mijn naam is Rini Biemans (*CREATIEF BEHEER) en ik noem mezelf stadsdokter.

Onze* slogan luidt, als we de stadsnatuur gezond maken, maken we ook onszelf gezond. Stadsgeneeskunde gaat over het gezond maken van de directe leefomgeving van stadsbewoners. Dat is de buitenruimte en daar komen mens, plant en dier samen. Daar komt ook het fysieke, sociale en mentale domein samen. De ontmoetingsruimte bij uitstek en de plek waar kinderen opgroeien en spelen. De buitenruimte is ook de plek waar de stadsnatuur het mee moet doen.
 
Ik probeer in dit betoog het woord groen te vermijden. Het woord groen en vergroenen is te algemeen en instrumenteel. Stadsgroen zijn levende ecosytemen en die hebben rust en ruimte nodig. Net als mensen. Om zich goed te kunnen ontwikkelen.
 
Als Creatief Beheer zijn we al ruim twintig jaar bezig in de Rotterdamse Volkswijken. We deden artistiek sociale kunstprojecten, richten braakliggende terreinen in. We hebben zeker 20 parken ingericht maar ook weer ontruimd. Dat was pijnlijk. We hebben er veel van geleerd en vooral hoe het structureel beter kan. Wat op braakliggende terreinen wel mogelijk was kan niet in de dagelijkse permanente inrichting. Deze lijkt in beton gegoten.
 
Terwijl juist in het dagelijks onderhoud, de dagelijkse ontmoeting, enorme kansen liggen om de directe leefomgeving van mensen te verbeteren samen met de kwaliteit van de stadsnatuur. Samen tuinieren is zowat het gezondste dat je kunt doen. Koppel dat aan opruimen en zo verzorg je een buitenruime, waar je de inheemse natuur en tuinplanten kunt laten samenspelen. Het nieuwe tuinieren.
 
Een andere manier van tuinieren waarbij de natuur het werk doet en waarbij het onderhoud veel gezonder is en iedereen kan meedoen. Zo versterk je de kracht van ecosystemen, neemt de biodiversiteit toe, wordt de stad gezonder en worden de Rotterdammers gezonder. Dit alles voor dezelfde prijs.
 
Deze manier waarbij je de inheemse natuur simpelweg toelaat en de biodiversiteit een enorme boost geeft betekent een radicale omkering van de huidige onderhoudspraktijk. De inheemse natuur, voorheen onkruid, wordt geïntegreerd in de bestaande begroeiing in plaats van weg geschoffeld. Dit geeft samen met de tuinplanten prachtige borders, geveltuinen en parken. De natuur doet hier het werk en het bodemleven, de insecten en vogels zullen ons dankbaar zijn. Voor de boekhouders onder ons; de biodiversiteit neemt enorm toe, evenals de sociale veiligheid en de volksgezondheid. Wie laat een dergelijk rendement liggen?
 
Op deze wijze laten we de natuur voor ons werken en krijgen we door het juiste beheer en onderhoud een fraaie gezonde stadsnatuur inclusief gezonde leefomgeving. Iedereen weet inmiddels dat groenere wijken gezonder zijn, verblijven in de natuur ontstresst, wandelen is gezond, scharrelen is gezond, samenwerken is inspirerend. Dit zijn allemaal effecten die de vrijwilligers, deelnemers, maar ook de bewoners ervaren bij een dergelijke aanpak ervaren.
 
De gemeente kan dit ‘menselijke vakkundige gedeelte’ van het dagelijks onderhoud samen met bewoners uitvoeren. Deelnemen aan het programma betekent immers nuttige fitness voor jezelf en de wijk. Precies dit is wat we momenteel samen met de gemeente trachten vorm te geven via het uitdaagrecht; het right to challenge. We zijn nu vier jaar onderweg en we kunnen onze taken goed aan. We werken momenteel met zo’n 30 vrijwilligers op vier plekken.
 
We hebben ons inziens inmiddels ruim bewezen dat deze aanpak werkt en potentie heeft. Onze straten zijn schoon zijn en onze perken en parken zien er fraai uit. Deelnemers zijn tevreden en varen er wel bij. We hebben al twee keer in de duurzame top 100 gestaan. Volop media aandacht en prijzen gewonnen. Een goede basis lijkt me voor een volgende stap.
 
De volgende stap zou zijn een daadwerkelijk officieel ecologisch beheer van stadsnatuur en ecologische geveltuinen. Perken aanleggen op die plekken waar de planten de stoeptegels al steeds doorkruipen omdat er niet gelopen wordt. Ecologische plantvlakken waar de natuur haar gang kan gaan. Kijken wat er op komt en dat mooi maken, hier en daar kun je helpen met zaaien van bestaande beplanting in de omgeving. Veel meer insecten, veel meer vlinders. Let wel, dit is evenveel werk als het verwijderen van ‘onkruid’ op het trottoir.
 
Het vraagt zoals gezegd ‘slechts’ een radicale andere houding richting het stadsgroen dan de gangbare. Er worden nu ontwerpen gemaakt en beplantingsschema’s. Je ziet ze overal in de stad. Meestal plantvlakken met drie of vier plantsoorten in afgescheiden patronen. Dit is onnatuurlijk en je moet schoffelen om het zo te houden. Met andere woorden. Je schoffelt de waardevolle natuur weg ten bate van tuinplanten die in vakjes zijn verdeeld voor het mooie beeld. In het beste geval schoffel je inheemse natuur weg om plaats te maken voor een hip perk met inheemse planten. Dit is immers de huidige ‘innovatie’ het inplanten of zaaien van inheemse planten. Vraag is dan wel in de huidige onderhoudspraktijk; wat schoffel je nog weg en wat niet? Tijd lijkt me om het schoffelregime eens goed onder de loep te nemen. Inclusief het inrichtingsregime met plantuitval en herinrichting van perken. Dat laatste is dus niet meer nodig.
 
Als je er met een biodiversiteitsbril naar kijkt is wat we nu doen ridicuul en onzinnig. Eens te meer omdat een plantvak of park met onkruid, met de paardenbloem, de smeerwortel, de hondsdraf en alle inheemse beauty’s niet alleen biodiverser maar ook zoveel mooier is.
 
De paardenbloem bijvoorbeeld is heel erg nuttig voor de natuur. Hij gaat bloeien in het voorjaar, en is dan een belangrijke voedingsbron voor insecten die uit hun winterslaap komen. De plant heeft namelijk een tamelijk hoog vetpercentage.

Doordat de bloem zoveel insecten aantrekt - meer dan 100 verschillende soorten - hebben jonge vogels voedsel beschikbaar op snavelhoogte. Weidevogels zijn gedurende de eerste drie weken van hun leven dus erg afhankelijk van de paardenbloem, aangezien ze zo'n 10.000 insecten per dag verorberen. Naast insecten, kunnen ook mensen van de paardenbloem genieten. De bloem en het blad is namelijk eetbaar.
 

Wie durft nog te zeggen dat een paardenbloem niet mooi is…

 

Insecten hebben niet alleen eten nodig maar ook waardplanten. Planten waar ze hun eitjes op leggen en waarvan hun rupsen eten. Deze waardplanten zijn bijna allemaal inheemse planten. Onkruid dus. Want wat die specifieke plek nodig heeft ontstaat uit de voortdurende gang naar ecologisch evenwicht vanuit de natuur. 

 

Wat voor de paardenbloem geldt, geldt ook voor de akkerdistel, de smeerwortel, bosandoorn, de wilde peen en ga zo maar door. Ik hoop dat ik mijn punt duidelijk heb gemaakt dat een biodiverse stadsnatuur om een totaal andere kijk op en omgang met stadsnatuur vraagt dan tot nog toe gebruikelijk was.

 

De uitvoeringsagenda biodiversiteit is qua intentie prima maar het gaat uiteindelijk om de uitvoering. Biodiversiteit is een gevolg van gezonde en complexe ecosystemen. Die moet je faciliteren. Je kan één niet soort redden of helpen. Het gaat om het gehele plaatje. Alles is verbonden en heeft elkaar nodig. De natuur is geen bouwpakket, de natuur zet zichzelf in elkaar. Dat moet je dus faciliteren en dat is niet moeilijk. 

 

De oplossing is verrassend simpel. Laat de inheemse natuur toe en laat haar het werk doen. Zorg dat het schoon en fraai is. Thats it.

 

Tegelijkertijd is juist dit verschrikkelijk moeilijk. We zitten vast in het idee dat er geschoffeld moet worden, dat we de natuur naar onze hand moeten zetten. Ons hele systeem is erop ingericht. De herinrichtingen volgen de laatste esthetische trends perken met verhoogde randen met berken, prairiegas en geroest staal. In het beste geval wordt er meer inheems aangeplant. Maar eerst moet alles weg, het bestaande bodemleven vernietigd, plantvakken bedacht, en alles nieuw aangeplant. Dat is nog steeds standaard.

 

Plantuitval zit als reservering in de begroting. Dat wordt regelmatig aangevuld maar een duurzame visie op het onderhoud is er niet. We houden van zwarte aarde en nieuwe planten in een plantvak. Op de Meldr app kun je klagen over afval en onkruid. Je kunt nergens melden dat je het groen in de straat wilt laten staan. Bovendien wat vinden de buren? Wat wil de boom? Wat wil de boomspiegel? Wat wil jij? Wat wil de natuur? Wat wil de gemeente? 

 

Het is complexe materie en mensen zien graag concrete begrijpelijke voorbeelden. Fraai en verzorgd is wat mij betreft een goed te hanteren standaard. Onkruid oftewel inheemse natuur dient een plek aangewezen te krijgen waar ze haar gang kan gaan en kan schitteren. Het vooroordeel dat het ‘anders een zooitje wordt’ kan dan ook ontkracht worden.

 

Dan is het voor iedereen te zien en er wordt automatisch geklaagd als het echt niet mooi is. Plantuitval behoort dan ook tot de verleden tijd want de natuur vult dit zelf aan. Als mensen eenmaal zien en beseffen dat het zo ook kan en dat dit er net zo fraai uitziet is het makkelijker om te veranderen.

 

We zijn nu nog gedwongen door het geldende bestek het onkruid in de plint te verwijderen. Met dezelfde moeite beheren we ecologische geveltuinen in dezelfde plint. Dan heeft het onkruid, de stadsnatuur, een plek en kunnen we op de rest van het trottoir de begroeiing verwijderen. 

 

Graag wil ik tot slot drie concrete voorstellen doen aan de commissie die direct te maken hebben met ruimte voor verandering van het dagelijks onderhoud groen en schoon. 

 

De meeste mensen vinden een landweg mooi, wilde natuur met vlinders en zo terwijl we dat in de stad consequent weg schoffelen. 

 

Het is belangrijk dat mensen zien en ervaren hoe inheemse stadsnatuur eruitziet en hoe dit zowel biodivers en fraai kan zijn.

 

Als eerste project wil ik voorstellen, ECOLOGISCHE PLANTVAKKEN

 

Een project dat actief ecologische plantvakken ontwikkelt waar tuinplanten en inheems gemengd zijn. Desnoods met bordjes en uitleg. In plaats van schoffelen wordt het tuinieren nu de plantvakken schoon en mooi maken. Goed voorbeeld doet volgen. Er zijn natuurlijk al heel wat mensen op deze manier bezig. Als je goed kijkt zie je dat er her en der steeds meer ‘onkruid’ wordt toegelaten. 

 

Hierop juist gaan sturen is natuurlijk nieuw en promoveert dit type van achterstallig onderhoud naar A kwaliteit stadsnatuur

 

Zo zouden er in straten ecologische geveltuinen geopend kunnen worden en deze kunnen net zo beheerd worden als bermen van landwegen. Af en toe maaien, wieden, knippen en scheren. Zorgen dat het er fraai en verzorgd uitziet. Dit geeft een type stadsnatuur waar automatisch de biodiversiteit toeneemt. De natuur doet immers het werk. Een aanpak waarbij nauwelijks inkoop van tuinplanten nodig is. De stad staat er immers al vol mee. Door ruimte te maken voor inheemse natuur en deze goed te verzorgen creëer je draagvlak en door de sociale aanpak bewustwording en eigenaarschap. 

 

Mensen zouden plantvakken kunnen adopteren en deze op deze wijze onderhouden. Er kunnen zelfs wedstrijden georganiseerd worden met dit nieuwe tuinieren waarbij het onkruid een hoofdrol vervult. We zijn al vier jaar bezig dus we hebben inmiddels goede voorbeelden van hoe dat eruitziet. Park 1943, het Oleanderplein, het Jalonplein. Het nieuwe tuinieren heeft het in zich een trend te worden! Het is nuttig, gezond en leerzaam en je kunt zonder al te veel voorkennis gewoon beginnen. De planten en insecten komen vanzelf aanwaaien en je kunt ze een handje helpen. 

 

Het tweede concrete project wat ik wil voorstellen is de BIOCROW

 

Om dit ecologisch en sociaal beheer breed mogelijk te maken zou er iets moeten veranderen aan het beeldbestek, de CROW. De standaard in het onderhoud. Dit heeft onkruid als negatieve kwaliteit in haar beoordeling en de hoogste kwaliteit A heeft dus het minste onkruid maar dus ook de minste ecologische waarde. Om ecologische stadsnatuur mogelijk te maken dient er een beeldbestek te komen waar ruimte is voor onkruid. Een beeldbestek waar inheemse natuur zelfs de basis vormt. Bijvoorbeeld minimaal 50% inheemse planten per plantvak. Op deze wijze kunnen andere afspraken met hoveniers gemaakt worden in de uitvoering. Het is ook raadzaam schoon en groen integraal te koppelen in het bestek want een gezonde natuur is vooral een schone natuur. Functioneel, fraai en verzorgd zou hier de leidraad kunnen zijn.

 

Binnenkort hebben we een afspraak met de directeur van de CROW om over de BIOCROW te praten. Ik wil de commissie aanraden de BIOCROW op te nemen in de uitvoeringsagenda. Rotterdam zou dan de eerste gemeente zijn die met een BIOCROW werkt!

 

We krijgen dagelijks complimenten hoe mooi en levendig onze perken zijn. Werken aan een gezonde leefomgeving voor mens, plant en dier. Belangrijk is dat de perken en parken beschermt zijn en dat ze niet steeds worden opengebroken of heringericht. Bij het opknappen van een park zou dit gefaseerd kunnen gebeuren. Dus niet alles op de schop en nieuwe planten, maar juist het geheel verbeteren. Inrichting, gebruik en onderhoud als samenspel. Waarbij jaarlijks ingrepen plaatsvinden, nieuwe paden en wat er al niet verzonnen wordt en nodig is. Je zou dit de status natuurpark kunnen geven waarmee je zegt dat de natuur beschermt is. De planten, vogels en insecten mogen er blijven wonen. Dit zou een project kunnen zijn waarbij de verschillende diensten samenwerkend aan het natuurlijk groeiend natuurpark. Inspirerend en leerzaam voor iedereen lijkt me.

 

Het derde concrete project wat ik wil voorstellen is de BABYNATUURTUIN

 

Jonge kinderen zouden vanaf hun eerste jaar vaak en veel buiten dienen te spelen dit is bewezen gunstig voor hun motorische en geestelijke ontwikkeling. Daarnaast is het noodzakelijk voor het ontwikkelen van een gezond immuun systeem. Net als leren lopen en praten moet het immuunsysteem ook alle stofjes in de buitenwereld leren kennen om goed te kunnen reageren.

 

Zogenaamde achterstandswijken zijn zeer kinderrijk maar ook zeer grijs en vaak is de buitenruimte vies en onveilig. Juist hier is er op het gebied van preventie veel winst te behalen met voorlichting en door juist stadsnatuur schoon, veilig en beschikbaar te maken voor de jongste doelgroep. 

 

Om het bewustzijn rond natuur en gezondheid te bevorderen en het proces te versnellen pleiten wij voor een babynatuurtuin in iedere wijk. Natuurlijk te beginnen in de probleemwijken waar weinig natuur is. In deze tuintjes kunnen ouders hun kinderen tot zo’n twee jaar laten ravotten De tuintjes zijn zo’n 25 m2 en makkelijk in te richten in buurttuinen, speeltuinen of binnenterrein. Het is ook een manier om samenwerking te organiseren met consultatiebureaus, GGD, welzijnsclubs, kinderopvang rond dit thema. Hierbij wordt zowel voorlichting als daadwerkelijke preventie georganiseerd op wijkniveau. Communicatief zet het een gezonde stadsnatuur voor een gezonde leefomgeving in het spotlicht.

 

Met dit betoog en de drie voorgestelde projecten adviseer ik het dagelijks onderhoud, onze omgang met de stadsnatuur, centraal in de uitvoeringsagenda biodiversiteit zetten. Hier liggen zoals betoogd de grootste kansen in juist de samenwerking met Stadsbeheer, Stadsontwikkeling en Maatschappelijke ontwikkeling. Want daar ligt de sleutel voor verandering in de Buitenruimte. Samenwerking, rust en ruimte voor natuur en elkaar. Zodat de natuur haar werk kan doen en natuurlijk hebben we nog steeds machines nodig. Daar ligt dan ook de uitdaging om de grove infrastructuur te laten samenspelen met de fijne menselijke infrastructuur en de stadsnatuur.

 

Ik schets graag grote lijnen maar ik ben er van overtuigd dat we dit ook praktisch kunnen realiseren anders zou ik niet dagelijks met plezier in de wijk aan het papier prikken en tuinieren zijn. Ik hoop ook dat ik duidelijk heb kunnen maken dat vergroenen op zich een nietszeggend begrip is. Het gaat wat mij betreft om onze relatie met de natuur en de mensen om ons heen. Daar kan de natuur ons dus bij helpen door deze toe te laten in de stad en je hart. Want wij zijn zelf natuurlijk ook natuur.

 

Als je serieus wilt vergroenen, leer je automatisch de natuur en je eigen natuur kennen. De natuur zorgt voor alle kleuren niet alleen groen.

  • eye.png

    199x

  • comment.png

    0x

    0x

Delen

« Terug naar artikelen

0 reacties

Laat een reactie achter